Laos

Na de drukte in Hanoi komen we in het zeer rustige Luang Prabang (=Heilige Boeddha) aan. Het land is voor zestig procent boeddhistisch, achtendertig procent hangt natuurreligies aan.. Geen gedoe hier tussen Sjiieten, Soennieten, Alawieten en Kierewieten. We hebben een heerlijk hotel met een balkon uitkijkend op de tuin. We lopen naar de hoofdstraat waar veel winkeltjes en restaurants zijn. Het is erg warm en de terrasjes zijn vrij leeg. Met enige moeite vinden we een koel plekje. Ook ’s avonds loopt het niet echt vol op de terrasjes. Nadat Pim zich ’s avonds nog even in het nachtleven wil storten is ook hij weer vrij snel terug in het hotel. Alles sluit al rond 23:30.
De volgende dag staat er een stadswandeling gepland. Het blijkt een bezoek aan de vele tempels, die een deel van de binnenstad vormen. Na een lunch op een terrasje aan de rivier maken we een behoorlijke klim de Phousy heuvel op. Het uitzicht is prachtig, helaas is het zicht niet helder. Er wonen vele monniken in de stad en volgens de gids is bijna iedere man in zijn jeugd wel een tijdje monnik geweest. De monniken lopen elke ochtend om 6 uur langs de huizen om eten op te halen. Ze komen ook langs het hotel en daar zien we de lokale bevolking klaar zitten met grote pannen rijst.
We reizen door de bergen naar Vientiane. De dorpjes waar we doorheen komen zijn eenvoudig met huizen gemaakt van gevlochten matten. De bergen zelf zijn erg saai. Veel kale bossen en afgebrande stukken bos. De gids vertelt dat daarop rijst verbouwd gaat worden. Monica vindt dat erg vreemd de hellingen zijn heel erg stijl, rond de 70, 80 graden. Pim bedenkt dat dat dan waarschijnlijk de ‘sticky rice’ is, die niet alleen aan handen en ander voedsel kleeft, maar ook aan de hellingen.
Onderweg overnachten we in Vang Vieng. We hebben een eenvoudige kamer met een prachtig uitzicht op de rivier. Het is wel erg lawaaiig, van twee kanten komt keiharde muziek op ons af. Dat hoort bij het vieren van het nieuwe jaar. We bezoeken in Vang Vieng een enorme grot. Deze is in de Vietnam oorlog gebruikt door de lokale bevolking om te vluchten voor de talloze bombardementen.
De route van Vieng Vang naar Vientiane is veel mooier dan die van de vorige dag. We hebben alle hoop gezet op de bedrijvigheid van Vientiane. Pim heeft geen zin meer in de bezoeken aan tempels die nog gepland zijn en zegt dat hij het genoeg vindt om alleen de ‘city tour’ te doen. De tempelbezoeken zijn echter deel van de stadsexcursie, dus daarmee bezoeken we toch nog de tempel met de 2000 boeddha’s. Boeddha’s hebben we inmiddels wel even genoeg gezien. Pim beklimt ook nog de Laotiaanse Arc de Triomphe. De Amerikanen wilden op deze plek een vliegveld aanleggen, maar de koning van Laos liet er een overwinningsmonument bouwen.
Het is heet in Vientiane, 39 graden Celsius. ’s Avonds is er tegenover het hotel een enorme nachtmarkt. Monica loopt over de markt, terwijl Pim geniet van een biertje op een terrasje. We eten een heerlijke faux filet in een Frans restaurant en drinken er een lekker Frans wijntje bij. Het is nog vroeg in de avond, rond 21:00 uur. Pim wil later nog wel even het uitgaansleven gaan bekijken en gaat eerst even op bed in de koele hotelkamer liggen. Het wijntje heeft hem echter slaperig gemaakt. Hij gaat even liggen en wordt pas drie uur later weer wakker.
Op naar Cambodja.